De juiste huishoudelijke ondersteuning kan bijzonder belangrijk zijn om een cliënt zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Want sommige cliënten hebben net iets meer hulp dan andere cliënten nodig om in de samenleving mee te doen.
Zij hebben vaak begeleiding nodig om hun huishouden structuur te geven, aangezien zij dit niet zelf meer kunnen doen. Denk hierbij aan cliënten met een verstandelijke beperking, psychiatrische problemen of beginnende dementie.
Als er een ondersteuning bij het huishouden nodig is, dan kan dit via de gemeente aangevraagd worden. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt er immers via de gemeente voor dat mensen zo lang mogelijk in hun huis kunnen blijven wonen.
Er zijn voor dat doel drie categorieën van huishoudelijke ondersteuning:
Categorie 1. Huishoudelijke ondersteuning (HO) of Huishoudelijke hulp 1 (HH1)
Dit is enkel een ondersteuning bij het schoonmaken van een woning. Deze ondersteuning kan uit licht of zwaar huishoudelijk werk bestaan. Maar ook de verzorging van bijvoorbeeld was- en strijkgoed.
Categorie 2. Huishoudelijke ondersteuning plus (HO+) of Huishoudelijke hulp 2 (HH2)
Bij deze ondersteuning is er naast de standaard huishoudelijke ondersteuning ook mogelijk een specifieke hulp bij de organisatie van een huishouding of wellicht extra hulp bij de verzorging van kinderen.
Categorie 3. Huishoudelijke ondersteuning zorgstudio (HOZ)
Deze categorie geldt alleen voor personen die in een verzorgingshuis zelfstandig een kamer huren. Deze ondersteuning is dan enkel een zorg in natura. De zorgaanbieder bepaalt in dit geval hoe er zorg verstrekt wordt en zorgt daarbij ook voor de administratie.
Bij de HO+ ondersteuning wordt er actief geholpen een huishouden te organiseren. De thuishulp denkt in deze gevallen mee over wat er precies in huis moet gebeuren. De huishoudelijke hulp kan in dit geval iemand ook leren hoe bepaalde huishoudelijke klussen uitgevoerd moeten worden. Of helpt mee met het wassen van de kleding.
De huishoudelijke begeleiding zal in dit soort gevallen ook uit het signaleren van bepaalde situaties bestaan. De hulp bij het huishouden functioneert dan ook als ‘de ogen en oren’ van die cliënt. Als de hulp bij het huishouden veranderingen bij deze cliënt of in het huishouden constateert, dan moet dit gemeld worden zodat de juiste hulp voor deze persoon ingezet kan worden.
Enkele omstandigheden waaraan gedacht kan worden is het zien of een persoon zichzelf vervuilt. Of dat er eten in de koelkast ligt wat (ver) over de datum is. Er zou ook geconstateerd kunnen worden dat een individu aan het verzamelen slaat.